Watervrees: zo maak je je kind watervrij
Voor veel jonge kinderen is water spannend. Een plotselinge plens water of het gevoel van drijven kan al snel zorgen voor angst of weerstand. Watervrees bij kinderen is heel normaal, maar kan lastig zijn, bijvoorbeeld bij zwemles of in onverwachte situaties met water. Gelukkig kun je thuis – in je vertrouwde badkamer – op een speelse en veilige manier de basis leggen voor vertrouwen in water. Gezellig samen spetteren en vrolijke badrituelen creëren: in dit artikel leer je je kind op een rustige en plezierige manier aan water wennen.
Wat is watervrees?
Veel ouders herkennen het: je kindje barst in huilen uit als het water hoort stromen, klampt zich vast bij het badderen of wil absoluut niet nat worden. Dat is watervrees: een angst of weerstand die kinderen (en soms ook volwassenen) kunnen voelen zodra ze met water in aanraking komen.
Het kan gaan om angst voor het bad, de douche, zwemmen, of zelfs al bij het idee van een nat washandje. Je kind is hierin zeker niet de enige. Volgens Ouders van Nu heeft naar schatting zo’n 3 op de 10 kinderen in meer of mindere mate last van watervrees. Soms begint dat al als baby, soms pas bij de eerste zwemles of na een nare ervaring.
En hoewel het lastig kan zijn om je kind zo gespannen te zien, is het goed om te weten dat watervrees volkomen normaal is. Angst voor iets nieuws hoort bij de normale ontwikkeling van kinderen. Door bang te zijn, leren ze hun gevoelens herkennen en ermee omgaan. Zo ontdekken ze stap voor stap wat écht spannend is en wat eigenlijk wel meevalt. Dat geldt ook voor watervrees. Met de juiste aanpak kun je je kind stap voor stap helpen om weer vertrouwen te krijgen in water, op zijn of haar eigen tempo.
Hoe herken je watervrees bij je kind?
Watervrees kun je op allerlei manieren herkennen. Soms begint het al als baby: je kleintje huilt zodra het water hoort stromen of spant zich helemaal aan als het in bad moet. Andere kinderen krijgen er pas last van tijdens de peutertijd of bij de eerste zwemles.
Typische signalen zijn:
- Huilen, verstijven of in paniek raken bij het badderen of douchen.
- Niet nat willen worden, vooral aan het hoofd of gezicht.
- Je kind klampt zich aan je vast of probeert te vluchten zodra er water in de buurt komt.
- Zelfs een nat washandje kan al stress oproepen.
Je merkt het vaak ook aan kleine dingen: je kind wil plots niet meer spelen met waterspeelgoed, zegt dingen als “ik durf niet”, krijgt fysieke klachten (buikpijn, trillen of misselijkheid) uit angst of wordt erg gespannen bij zwemles.
Leeftijd speelt een rol:
- Baby’s schrikken sneller van water, dat is normaal. Vaak gaat het om een combinatie van schrikreflex en overprikkeling. Laat je baby daarom langzaam wennen aan water.
- Peuters willen graag zelf de controle houden, en water voelt soms te onvoorspelbaar.
- Bij oudere kinderen zie je vaker echte angst, soms door een nare ervaring, soms zomaar ineens.
Door goed te observeren én te luisteren naar je kind, kun je beter inschatten of er sprake is van watervrees of slechts een tijdelijke weerstand. Met geduld, ritme en de juiste benadering kun je die angst stap voor stap ombuigen naar vertrouwen.
Mogelijke oorzaken van watervrees
Watervrees heeft meestal niet één duidelijke reden die je kunt aanwijzen als oorzaak. Vaak is het namelijk een combinatie van eerder opgedane ervaringen en omstandigheden. Als je de oorzaken weet, dan kun je hier gericht mee aan de slag. Dit zijn de meest voorkomende oorzaken:
- Nare ervaringen met water: een onverwachte onderdompeling, water in de ogen, verslikken of uitglijden in bad kan ervoor zorgen dat water onveilig voelt.
- Aangeleerde angst: kinderen nemen het gedrag van hun omgeving feilloos over. Als een ouder of ander gezinslid angstig of gespannen is rondom water, neemt je kind dat gevoel makkelijk over. Zonder dat je het doorhebt.
- Overbezorgde ouders: natuurlijk wil je je kind beschermen. Maar als je vaak waarschuwt ("Pas op!", "Kijk uit!") kan dat een gevoel oproepen dat water gevaarlijk is, zelfs als dat niet je bedoeling is.
- Oorproblemen door waterdruk: kinderen met oorproblemen (zoals buisjes of een loopoor) kunnen pijn ervaren bij water. Logisch dus dat ze liever uit de buurt blijven.
Hoe kun je omgaan met watervrees?
Watervrees los je niet op met overtuigen of pushen, maar met rust, herhaling en vertrouwen. Kind & Gezin (agentschap Opgroeien) legt uit dat het belangrijk is om de angst van je kindje serieus te nemen. "Kinderen moeten voelen dat ze bang mogen zijn. Uitspraken als 'Stel je niet aan!' helpen een kind niet om met zijn angst te leren omgaan. Het gevoel van veiligheid dat je kind kwijt is, moet opnieuw worden opgebouwd. Als je je kind even oppakten troost, geef je aan dat je zijn angst serieus neemt." Dit kan helpen:
- Neem kleine stapjes: begin met iets kleins en positiefs. Voetjes in een teiltje water, spelen met een nat washandje of samen met een pop in bad. Bouw langzaam op en wees positief over elke stap vooruit.
- Blijf rustig en begripvol: frustratie is logisch, maar probeer kalm te blijven. Laat je kind weten dat het oké is om iets spannend te vinden. Dat geeft veiligheid.
- Dwing niets: dwingen werkt averechts. Als je kind niet in bad of onder de douche wil, dan hoeft dat niet meteen. Laat bijvoorbeeld een knuffel of pop ‘badderen’ en laat je kind zelf beslissen of het mee wil doen.
- Geef je kind de regie: laat je kind zelf bepalen wat er gebeurt. Zelf het water aanzetten, het favoriete badspeeltje kiezen, of zelf aangeven wanneer het eruit wil. Zelf keuzes mogen maken geeft vertrouwen en maakt een wereld van verschil.
- Creëer een fijne routine: een vast bad- of douchemoment op een rustig tijdstip, met vertrouwde spullen (dezelfde handdoek, hetzelfde badspeeltje) en eventueel muziek of een verhaaltje, maakt het voorspelbaar. Dat geeft rust en helpt spanning te verminderen.
Wat betekent watervrij maken?
Watervrij maken betekent dat je kind zich veilig, vertrouwd en ontspannen voelt in en rond water. Het is geen zwemles, geen test van hoe goed je kind kan bewegen, maar een belangrijke voorbereiding op leren zwemmen. Kinderen die watervrij zijn, durven zonder angst te spetteren, onder te dompelen en te spelen. Het draait allemaal om positieve ervaringen opdoen met water, en stap voor stap eventuele angsten of spanningen loslaten.
Hoe gaat dat, watervrij maken?
Watervrij worden is een proces dat tijd en geduld vraagt. Geen kind is hetzelfde: de één voelt zich na een paar weken als een vis in het water, de ander heeft maanden nodig om vertrouwen op te bouwen. Alles draait om rust, plezier en eigen tempo.
Een succesvol watervrij-traject verloopt meestal in fases:
- Kennismaking met water
Het begint simpel: samen kijken naar een stromende kraan, een nat washandje voelen, of met de voeten spetteren in een teiltje of badje. - Positieve ervaringen opdoen
Zing samen vrolijke liedjes, gebruik badspeelgoed of laat poppen en eendjes 'in bad' gaan. Zo ontdekt je kind dat water leuk kan zijn. - Zelf doen en ontdekken
Laat je kind steeds meer zelf bepalen: water over zichzelf gieten, spetteren, of een beetje het gezicht natmaken. Kleine stapjes, grote winst. - Bewegen in het water
Drijven (met jouw hulp), draaien in bad of ronddobberen – allemaal tekenen dat je kind zich steeds meer op zijn gemak voelt. - Voorbereiding op zwemlessen
Als je kind zonder paniek het hoofd onder water durft te steken, is de basis gelegd voor een fijne start met echte zwemlessen.
Hoe herken je vooruitgang?
Vooruitgang gaat soms in hele kleine stapjes, maar je ziet het als je goed kijkt:
- Je kind wordt nieuwsgierig en stelt vragen over water.
- In bad of onder de douche gedraagt je kind zich ontspannen.
- Je kind wil zelf spelen met water, spetteren of het gezicht natmaken.
- Bad- en douchebeurten verlopen langer en rustiger zonder protest.
Al deze kleine signalen zijn waardevol: het betekent dat je kind meer vertrouwen krijgt.
Wat als je kind het even moeilijk heeft?
Ook als het even goed ging, kan je kind ineens weer wat meer spanning voelen. Momenten als water in de ogen, uitglijden of een koude straal kunnen even een schrikreactie oproepen. Dat is niet gek en betekent zeker niet dat je helemaal opnieuw moet beginnen. Soms is het gewoon nodig om een stapje terug te doen naar iets dat wél veilig voelt. Dit hoort bij leren, zeker als het om angst en vertrouwen gaat.
Wat je kunt doen:
- Blijf geduldig: dwing niets en geef je kind de ruimte om het op eigen tempo weer op te pakken.
- Herhaal wat goed ging: pak iets op waarvan je weet dat je kind daar blij van werd of zich prettig bij voelde.
- Leg de nadruk op plezier: benoem de angst niet te veel, maar maak ruimte voor positieve ervaringen, hoe klein ook
Zo'n stapje terug is juist een kans om te laten zien dat het oké is als iets even spannend is. Met jouw rust en begrip help je je kind om ook deze hobbels te nemen en met meer vertrouwen weer vooruit te gaan.
Samengevat
Watervrij maken is niet iets wat je 'even' doet. Het is een proces van ontdekken, wennen en vertrouwen opbouwen. Niet het leren zwemmen staat centraal, maar het veilig en vrij voelen in het water. Met kleine stapjes, vrolijke momenten en een veilige omgeving zorg je ervoor dat je kind met plezier en vertrouwen aan zwemlessen kan beginnen. En dat proces begint vaak gewoon... in je eigen badkamer.
Belang van zwemlessen
Leren zwemmen is haast net zo vanzelfsprekend als leren fietsen, en dat is niet voor niets. Kunnen zwemmen is een basisvaardigheid die kinderen in de lagere school dienen te verwerven. Daarom is zwemmen opgenomen in de eindtermen voor het gewoon lager onderwijs en in de ontwikkelingsdoelen voor het buitengewoon lager onderwijs. Toch begint een fijne zwemervaring niet pas in het zwembad. Thuis goed voorbereiden, bijvoorbeeld door je kind watervrij te maken, kan een wereld van verschil maken. Maar waarom is zwemles eigenlijk zo belangrijk? We geven drie redenen.
1. Leren zwemmen voorkomt onveilige situaties
Helaas komen er nog steeds ongevallen voor waarbij jonge kinderen in het water terechtkomen. Of je nu thuis bent of op vakantie, op elke plek waar water is kan dit gebeuren. Een kind dat kan zwemmen, of weet hoe het zich in het water moet gedragen, is simpelweg veel veiliger af.
Zwemles leert je kind onder andere:
- Hoe hij of zij zichzelf kan redden als het onverwacht in het water valt.
- Hoe hij/zij kan blijven drijven of veilig naar de kant zwemt.
- Welke ‘waterregels’ belangrijk zijn, zoals nooit springen zonder te kijken of altijd onder toezicht zwemmen.
Als je kind thuis al watervrij is, zal hij/zij vaak met minder weerstand én meer plezier leren zwemmen. Je legt dan een stevige, ontspannen basis voor zwemveiligheid.
2. Zwemmen draagt bij aan de ontwikkeling
Zwemmen is een complete en veelzijdige activiteit die zowel lichamelijk als mentaal bijdraagt aan de ontwikkeling van je kind. En juist die combinatie maakt (leren) zwemmen zo bijzonder.
Lichamelijk is zwemmen een prachtige manier om spieren, balans en coördinatie te ontwikkelen. In het water beweegt je kind op een heel andere manier dan op het droge. En dat vraagt om kracht, samenwerking tussen armen en benen, en controle over het eigen lichaam. Hierdoor verbetert de motoriek van je kind stap voor stap, wordt je kind sterker en krijgt hij of zij meer uithoudingsvermogen (iets dat je zelfs terugziet tijdens het buitenspelen of fietsen). En misschien nog wel het mooiste: je kind leert zijn of haar lichaam beter kennen. Wat voelt fijn? Wat werkt goed in het water?
Ook mentaal kan je kind sprongen maken door het volgen van zwemles: de eerste keer onder water durven gaan, zelf een stukje zwemmen zonder hulp of in het water springen vanaf de kant. Zo leert je kind stap voor stap omgaan met spanning en ontdekt hij/zij dat iets engs soms gewoon oefenen is. Elke stap vooruit geeft een boost aan het zelfvertrouwen. En voor kinderen die snel overprikkeld raken, werkt het water vaak rustgevend en ontspannend.
3. Zwemmen versterkt zelfvertrouwen en sociale vaardigheden
Tijdens zwemlessen gebeurt er veel meer dan alleen het leren van de zwemslagen en techniek. Kinderen beleven momenten die ze niet snel vergeten: voor het eerst zonder bandjes, een beloning van de zwemjuf, of trots zwaaien naar jou vanaf de kant. Misschien weet je zelf nog hoe spannend (en tegelijk geweldig) jouw eerste zwemdiploma voelde.
- Met elke stap groeit het zelfvertrouwen: "Kijk, ik kan dit!"
- In groepslessen leren kinderen omgaan met anderen: samen spelen, wachten op je beurt en luisteren naar aanwijzingen.
- Ze leren samenwerken, doorzetten én omgaan met succes én tegenslag, vaardigheden die ook buiten het zwembad waardevol zijn.
Daarbij geldt dat een kind dat thuis al watervrij is, zich veel zekerder voelt zodra de zwemlessen echt beginnen. Door in een vertrouwde omgeving te wennen aan water – onder de douche, in bad of spelend met een gieter in de tuin – wordt water iets leuks, in plaats van iets engs. Kortom: zwemles draait om meer dan alleen het behalen van een diploma. Het gaat om vertrouwen, plezier en zelfstandigheid. En die basis leg je gewoon thuis, stap voor stap, met een beetje geduld en een heleboel spetters.
Hoe kies je een zwemschool die past bij jouw kind?
Zwemles is een belangrijk moment in de ontwikkeling van je kind, zeker als water spannend is. Een goede zwemschool kan het verschil maken tussen met tegenzin naar het zwembad gaan, of met plezier en zelfvertrouwen het water in springen. Niet elke aanpak past bij elk kind. Als je kind gevoelig is, watervrees heeft of snel overprikkeld raakt, is het extra belangrijk om goed te kijken naar de manier van lesgeven en de sfeer in de lesgroep. Let bij het kiezen van een zwemschool op de volgende punten:
Slagingspercentage (en tempo)
Vraag hoe groot de kans is dat kinderen binnen de verwachte tijd hun diploma halen. Maar nóg belangrijker: hoe gaat de zwemschool om met kinderen die het spannend vinden of wat meer tijd nodig hebben? Worden ze geduldig begeleid, of ligt de nadruk vooral op presteren?
Groepsgrootte of privéles
- In kleine groepen is er vaak meer aandacht voor elk kind.
- Sommige kinderen (vooral bij watervrees of gevoeligheid) voelen zich prettiger bij privélessen, waarbij alles in hun tempo gaat.
- Andere kinderen bloeien juist op in een groep, waar ze samen kunnen spelen en leren van leeftijdsgenoten.
Betrokkenheid van ouders
- Mag je als ouder meekijken tijdens de les? Dat geeft veel kinderen rust – en jou ook.
- Is er regelmatig contact met de instructeur? Bijvoorbeeld via een voortgangsgesprek of een appje? Zo blijf je goed op de hoogte, zeker als je kind ergens tegenaan loopt.
Een vaste instructeur
Voor kinderen die moeite hebben met nieuwe situaties of last hebben van watervrees, is continuïteit heel belangrijk. Een vaste instructeur bouwt vertrouwen op, leert je kind goed kennen en weet precies hoe hij of zij moet reageren op spanning of twijfel.
Heeft je kind watervrees (of vermoeden daarvan), wees dan extra zorgvuldig in je keuze voor een zwemschool. Kijk niet alleen naar het diploma of het zwembad, maar vooral naar de manier waarop er met kinderen wordt omgegaan. Want een kind dat zich veilig voelt, leert sneller én geniet veel meer.
Verschillende organisaties
Om een zwemschool te kiezen die goed past bij je kindje, is het ook belangrijk om te kijken bij welke organisatie de zwemschool is aangesloten. Dit geeft vaak inzicht in hoe de lessen zijn opgebouwd en welke waarden centraal staan in het lesprogramma. In Vlaanderen zijn de VZF en NLS de grootste organisaties, elk met hun eigen aanpak:
Vlaamse Zwemfederatie (VZF)
Veel zwemscholen in Vlaanderen zijn aangesloten bij de Vlaamse Zwemfederatie (VZF), die onder de nationale zwembond KBZB (Koninklijke Belgische Zwembond) valt. Zij beheren de officiële zwembrevetten en werken met een gestructureerde lesopbouw. Kinderen leren hier volgens vaste stappen zwemmen en worden regelmatig geëvalueerd op hun vooruitgang.
De instructeurs moeten voldoen aan erkende opleidings- en kwaliteitseisen. De lessen zijn vaak klassikaal georganiseerd, met een gemiddelde groepsgrootte van 8-12 kinderen. De nadruk ligt op het behalen van specifieke eindtermen voor de officiële zwembrevetten (zoals het 25m- of 100m-brevet). Deze aanpak is duidelijk en gestructureerd, wat fijn is voor kinderen die goed gedijen bij vaste routines.
Netwerk Lokaal Sportbeleid
In veel Vlaamse steden en gemeenten wordt gewerkt met de zwembrevetten van het Netwerk Lokaal Sportbeleid (voorheen bekend als ISB-brevetten). Deze zijn minder prestatiegericht dan het nationale systeem en meer gericht op het geleidelijk opbouwen van zelfvertrouwen en vaardigheden in het water.
Zwemscholen die met deze leerlijn werken, hanteren vaak een flexibeler programma. De klemtoon ligt op veiligheid, plezier en watergewenning. Het moment van afzwemmen worden afgestemd op het tempo van het kind, zonder vaste diploma-eisen per se. Deze methode is erg geschikt voor kinderen met watervrees of die baat hebben bij een rustige opbouw.
De juiste keuze
De verschillende brevetten hebben elk hun eigen structuur, maar het doel is hetzelfde: kinderen leren veilig en met vertrouwen zwemmen. Het is dus goed om naar het type brevet te kijken, maar laat het niet de enige factor zijn in je keuze. De manier van lesgeven, sfeer en afstemming op je kindje zijn minstens zo belangrijk.
Hoe kun je je kind thuis voorbereiden?
Watervrij worden begint niet pas in het zwembad. Integendeel: de badkamer thuis is dé ideale plek om op een rustige, vertrouwde manier kennis te maken met water. Hoe je dat aanpakt, hangt af van de leeftijd en het karakter van je kind. Maar of het nu gaat om samen spetteren, liedjes zingen of boekjes lezen: elke positieve ervaring telt. En hoe leuker je het maakt, hoe groter de kans dat je kind straks vol vertrouwen het water instapt.
Baby’s (0-1 jaar): Beginnen met aanraking
In de eerste levensmaanden draait alles om vertrouwen en lichamelijk contact. Baby’s zijn gevoelig voor prikkels, dus de sleutel is rust en voorspelbaarheid.
- Samen in bad: huid-op-huidcontact in warm water geeft een veilig gevoel en werkt kalmerend.
- Zachtjes water over het lijfje gieten: begin met de voetjes en werk langzaam omhoog.
- Zing rustige liedjes: herkenbare melodieën zoals 'Slaap kindje slaap' of 'In de maneschijn' zorgen voor ontspanning.
- Laat je eigen plezier zien: baby’s spiegelen emoties – als jij geniet, volgt je kindje vaak vanzelf.
Heb je geen bad? Een klein babybadje of bademmer (Tummy Tub) is ook ideaal. Onder de douche kun je een speciaal badzitje gebruiken.
Peuters (1-3 jaar): Spelenderwijs ontdekken
Peuters willen veel zelf doen, maar zijn ook gevoeliger voor angst. Geef ze de ruimte om water spelenderwijs te ontdekken, maar bied structuur.
- Laat je peuter helpen: de kraan aanzetten, speeltjes kiezen, handjes natmaken.
- Introduceer badspeelgoed: denk aan bekertjes, badeendjes of sproei-speeltjes.
- Speel ‘wassen’ met een spons: gebruik een sponsje om poppen of het eigen lijfje te ‘wassen’.
- Zing ritmische liedjes: zoals ‘Twee handjes in het water’, terwijl je samen beweegt.
- Gebruik boekjes over badderen of zwemmen: zoals ‘Kikker in het water’ of ‘Bobbi in bad’.
Heb je een douche in huis? Zet een krukje onder de straal, gebruik een handdouche of speel met water in een teiltje op de vloer.
Kleuters (4-6 jaar): Zelfvertrouwen opbouwen
Kleuters zijn vaak nieuwsgierig, maar kunnen ook onzeker zijn over nieuwe ervaringen. Ze snappen al meer, maar voelen ook meer. Spel en verbeelding helpen om spanning los te laten.
- Laat je kind ‘duiken’ naar speeltjes in bad: begin ondiep, en moedig aan zonder te pushen.
- Hoofd natmaken? Doe het samen: gebruik een washandje of een klein gietertje.
- Speel rollenspellen: laat je kind ‘zwemles geven’ aan een pop of knuffel.
- Lees boekjes over zwemmen: bijvoorbeeld ‘Anna leert zwemmen’ of ‘Nijntje in het zwembad’.
- Maak van douchen een spel: zet een emmer klaar, laat ze experimenteren met gieten, of speel samen met schuim.
Heeft je kind moeite met de douche? Zet een rustig muziekje op, gebruik sfeerverlichting of maak er een rollenspel van.
Algemene tips voor alle leeftijden
- Creëer een vaste routine: een vast badmoment maakt alles voorspelbaarder en veiliger.
- Blijf ontspannen: je kind voelt feilloos aan hoe jij je voelt.
- Laat je kind nooit alleen: blijf altijd in de badkamer als je kind in bad zit of onder de douche gaat.
- Focus op plezier, niet op ‘moeten’: elk stapje vooruit is waardevol.
En heb je geen bad?
Geen zorgen, ook met alleen een douche kun je heel veel:
- Gebruik een teiltje op de vloer of in de douchecabine.
- Laat je kind experimenteren met sponzen, bekertjes of een handdouche voor zachte waterstraaltjes.
- Maak van de badkamer een ontdekkingsplek met warm water en fantasie.
Met geduld, leuke spelletjes en een vleugje creativiteit help je je kind vanuit huis wennen aan water. Zo wordt douchen en badderen een stuk minder spannend en maak je een goed begin voordat je kleintje aan zwemlessen begint.
Hulpmiddelen
Herhaling, aandacht en geduld zijn de belangrijkste ingrediënten bij het watervrij maken van je kind. Maar ook hulpmiddelen kunnen goed van pas komen om te zorgen dat je kleintje op een ontspannen manier vertrouwd kan raken met het water. Hieronder vind je een overzicht van hulpmiddelen die je eenvoudig thuis kunt gebruiken.
Klein plastic badje
Heb je geen ligbad in huis? Geen probleem. Een klein plastic badje is een fijn alternatief: compact, snel te vullen en het geeft je kind de mogelijkheid om in een vertrouwde, afgebakende omgeving aan water te wennen.
- Zet het badje bijvoorbeeld in de douche of op een warme plek in huis.
- Begin met een laagje water en vul beetje bij beetje meer.
- Laat je kind zelf in- en uitstappen zodra het daar aan toe is.
- Ideaal voor baby’s én peuters die het grote bad nog spannend vinden.
Kies bij voorkeur voor een badje met antislipbodem en zachte, afgeronde randen voor extra veiligheid.
Badspeelgoed
Spelenderwijs wennen aan water? Badspeelgoed is je beste vriend. Het maakt van elk badmoment een vrolijk ritueel.
- Bekende figuren zoals badeendjes of bootjes zorgen voor herkenning.
- Bekers, trechters en sponsjes prikkelen nieuwsgierigheid en motoriek.
- Foamletters of duikringetjes nodigen uit om (eventueel met hulp) het hoofd of gezicht nat te maken.
- Een zwembrilletje kan de drempel verlagen om onder water te kijken, zonder dat water in de ogen komt.
Maak een spelletje van opruimen: wie verzamelt als eerste alle badspeeltjes?
Zwemkraagje of zwembandjes
Sommige kinderen zijn niet bang voor water op zich, maar wel voor het idee dat ze kunnen zinken of verdrinken. Drijfmiddelen kunnen dan een geruststellend hulpmiddel zijn.
- Zwembandjes zijn handig in bad of een ondiep zwembadje. Ze helpen kinderen drijven, zodat ze kunnen ontspannen.
- Zwemkraagjes houden het hoofd boven water en zijn vooral geschikt voor jonge baby’s onder toezicht.
- Laat je kind zelf kiezen welk drijfmiddel het prettig vindt, want dat geeft controle en vertrouwen.
Waar moet je op letten bij het kopen van zwembandjes?
Let bij het kopen of online bestellen van zwembandjes of drijfmiddelen op de volgende kenmerken:
- EN 13138-1 keurmerk: zwembandjes met dit keurmerk voldoen aan Europese veiligheidsnormen. Ze bieden voldoende drijfvermogen én zijn getest op lekbestendigheid.
- CE-markering: zie je een CE-markering op de verpakking? Dan weet je dat het product voldoet aan de algemene Europese veiligheidseisen voor speelgoed en zwembaden.
- Veiligheidsventielen: goede zwembandjes zijn voorzien van speciale ventielen die ervoor zorgen dat lucht niet zomaar ontsnapt – zelfs niet als er een klein lekje ontstaat.
- Meerdere luchtkamers: kies bij voorkeur voor zwembandjes met twee of meer luchtkamers. Mocht één ervan leeglopen, dan blijft het bandje toch drijven dankzij de andere compartimenten.
Bestel je de bandjes online? Dan is het extra belangrijk om te letten op bovenstaande kenmerken. Zoek dus niet op goede online deals, maar investeer in betrouwbare drijfmiddelen.
Waterspeelgoed voor buiten
Zeker op warme dagen is buitenspelen met water een speelse manier om watervrees te doorbreken – zonder dat het voelt als 'zwemmen oefenen'.
- Sproeiers en tuinslangen maken van de tuin een mini-waterpark.
- Waterpistolen of spuitdiertjes zijn leuk én laagdrempelig.
- Opblaasbare zwembadjes bieden een veilige oefenplek waar je kind zelf het tempo bepaalt.
- Waterbanen of emmertjes zijn uitnodigende manieren om je kind zelf met water te laten experimenteren.
Geen tuin? Een balkon of terras met een teiltje en een paar gieters en bekertjes werkt net zo goed.
Tot slot
Aan de hand van bovenstaande tips geef je je kindje zelfvertrouwen in het water en kun je ervoor zorgen dat water niet langer spannend is, maar juist leuk! Door stappen te zetten die passen bij de leeftijd en ervaring van je kleintje, eventueel hulpmiddelen in te zetten en geduldig te blijven als het even niet lukt, maak je van zwemmen een leuke activiteit in plaats van iets om bang voor te zijn.
Bronnen
- Swimscool – Watergewenning document (PDF)
- Sportbedrijf Rotterdam – Zwemles voor thuis
- SCOM Hoogvliet – Thuis oefenen met zwemles
- FamilieFit – Watergewenning voor baby's thuis in eigen bad
- Ouders van Nu – Watervrees bij peuters
- CJG Leiden – Leren zwemmen
- Mamatothemax – Waarom zwemles belangrijk is
- Jonge Kind Academie – Angst bij jonge kinderen
- Kind en Gezin (Agentschap Opgroeien) – Angsten
- JM Ouders – Heeft je kind watervrees? Dat kan hierdoor komen
- NRZ – Zwem-ABC en andere Nationale Zwemdiploma’s
- NRZ – Gedragscode Zwembranche
- VZF - Vlaamse Zwemfederatie
- NLS - Netwerk Lokaal Sportbeleid